• Vader:
  Lubbert Tijmensz Puijck, zn. van Tijmen Gerbertsz ,
  geb. te Blaricum; Koptienden Eerste: 1624-66,
  ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1681-64,
  , -
  LUBBERT THIJMANSZ PUIJCK
  Blaricum Koptienden (1624-66 1681-64):
  1624-66: v. Lambert Gerbertsz 3 cop
  1627-66: Sluij
  1644-68: v. Elbert Dircksz Raven 2 cop 1/2
  - Situatie: 0 Spt 5 cop 1/2
  1647-68: v. Jan Rutgersz (Swart) van Huijsen 4 cop
  - v. Elbert Dircksz Raven 3 cop 1/2
  - Situatie: 1 Spt 5 cop
  1649-68: v. Elbert Dircksz (Raven) 5 cop
  (ZIE: 1649-65: op Lubbert Tijmensz PUIJCK)
  t/m 1651-68: Situatie: 2 Spt 2 cop
  1652-68: v. Jan Toenisz Backer 3 cop
  t/m 1668-67 Situatie: 2 Spt 5 cop
  1669-73: op Frans Jacobsz (Gerritsz) 5 cop
  - op ZOON Jan Lubbertsen Puijck 7 cop
  t/m 1676-65: Situatie: 1 Spt 1 cop
  1679-65: op Lambert Lambertsz (Puijck) 5 cop 1/4
  - Situatie: 0 Spt 3 cop 3/4
  1681-64: op Claes Jansz Smijt 3 cop 3/4
  -
  SAGV155.2-3232 Beeldnr. 44; 03-04-1652: Alsoo eenighe questie was ontstaen tusschen Lubbert Thimansz Puijck en Ghijsbert Jansz als man en voeght van Willemtghen Thimans d'Oude, Jacob Thimansz, Lambert Claesz Decker als man en voeght van
  Oetgen Thimans, Lambert Jansz Pangelaer als man en voeght van Willemtgen Thimans de Jonge, Bordt Rutgersz als man en voeght Butghen Thimas, Jan Ghijsbertsz als man en voeght van Jutghen Thimans haer gesamenderhandt sterck maeckende voor Crijn
  Thimansz haren Broeder ter eenre als samen erfgeaemen van Thiman Jorisz zaliger Lubbetgen Jans zijn huysvrouw, ende Jan Thimansz haren Broeder als mede erfgenaem des selfs ter andere sijde ende hebben partijen ten wedersijdts alle haeren
  questie ende gheschillen die sij met den anderen hebben uijtstaende
  -
  SAGV155.2-ORA-3233, Folio 65; 10-12-1658: Schepenen van Blaricum deden op last van de Heren Staten het volgende hebben nagevraagd ten huijse van resp.:
  - Willem Jansz Vos, is hem afgevraeght of hij sigh verclaerde voor tapper of voor bierbeschoijer, die ons antwoorde voor beschoijer
  - Jacob Pietersz Comin: antwoort te mogen tappen ende schoijen nae sijn welgevallen
  - Lubbert Tijmisz antwoorde, dat hij sijn volck daar op moste spreecken
  -
  SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 162-163; 03-06-1663: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Tijmense onse buijrman als Vader en vooght van Aeltien Lubberts sijne dochter, en het onmondige naegelaten kint van Lambert
  Lubbertsen sijne overleden sone en Jan Lubbertsz wonende tot Laren als man en vooght van Hendrickien Pieters, die transporteerde aen Jan Lubbertsz wonende tot Blaricum van een huijs en hofstede
  -
  SAGV155.2-3235, Folio 58; 25-01-1666: Lubbert Tijmensz Puijck als Bestevader en Bloetvooght en Thomas Jacobsz Henvliet ghe-associeerde vooght over Lambert Lambertsz onmondig kint van Lambert Lubbertsz za: eijsers CONTRA Jan Lubbertsz als
  getrouwt sijnde met Hendrickien Pieters gewesenen huijsvrouw van Lambert Lubbertsz tot Laren
  -
  SAGV155.2-ORA-3233, Folio 234; 01-03-1666: Laren; Tusschen Lubbert Tijmensz Puijck eijser en Jan Lubbertsz gedaegde nopende de ge-eijschte inventaris dicore Schepenen de saecke tot de naeste rechtdagh
  -
  SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 225-226; 26-12-1668: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Tijmensz Puijck onse inwooner die transporteerde aen Frans Jacob Gerritsz mede alhier wonende een acker boulants
  -
  SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 230; 05-07-1669: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Tijmensz Puijck onse inwoonder die transporteerde aen Hendrick Wobertsz Timmerman mede hier wonende een huijsie en hofstede met
  bepotinge gelegen alhier
  -
  SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 230; 18-11-1669: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Hendrick Pietersz Kuijper alhier, die transporteerde aen Lubbert Tijmensz Puijck med alhier wonende een huijsien en hofstede gelegen in dese
  dorpe,
  relatie.

• Moeder:
  N Lamberts , dr. van Lambert Gerbertsz .

relatie
met

Claes Jansz Smit,
geb. te Blaricum; Koptienden Eerste: 1681-86,
Dit zou CLAES JANSZ PANGELAER kunnen zijn,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1681-66,
, -
CLAES JANSEN SMIJT
Blaricum Koptienden (1681-85-2 1681-85-2):
1681-85-2: v. Lubbert Tijmensz (Puijck) 3 cop 3/4
- op Hendrick Willem Roelen 1 cop 1/2
- op Harman Harmansen de Jonge 2 cop 1/4
-
SAGV155.2-3227-blz. 112; 27-02-1679: De erfgenamen van Grietgen Gijsberts CONTRA Claes Jansz Smit als getrouwt hebbende Aeltgen Lubberts
-
SAGV155.2-3249-Transporten; 21-01-1681: Blaricum. Lambert Lambertsz Puijck, voor sijn selve, mitsgaders Rutger Hendricksz als vooght van de kinderen van Jan Lubbertsz alle erffgenamen van Aeltgen Lubberts hebben vercost aan Claes Jansz Smitser
enz
-
SAGV155.2-3249-Transporten; 16-12-1681: Blaricum. Claes Jansz Smit vercost aen Hendrick Roelen ontrent 3 Spt lant
-
Dit zou CLAES JANSZ PANGELAER kunnen zijn